In een stad van alleen maar steen, zonder groen, wordt het in de zomer erg heet. Regenwater kan niet goed weglopen en insecten vinden er weinig te eten. Het is fijn als mensen tuinen maken maar de wilde plantjes, die vanzelf in de stad groeien, zijn minstens even belangrijk voor de afkoeling en de biodiversiteit. Jammer genoeg vinden de meeste mensen het erg slordig staan, al dat 'onkruid' dat zomaar vanzelf groeit.
Stoepplantjes zijn echte overlevers. De groeiomstandigheden op straat zijn namelijk extreem slecht. Het is soms heel warm en soms erg koud. Er is bijna geen grond om in te groeien. En je wordt voortdurend platgetrapt. Vroeger werd je als stoepplantje ook nog bespoten met gif, werd je verbrand of weg geborsteld.

Toch steken de stoepplantjes steeds weer de kop op. Hoe doen ze dat? Wat is hun geheim? De zaadjes van deze planten verspreiden zich op allerlei manieren. Sommige zaadjes hebben een pluisje en worden meegenomen met de wind. Anderen worden meegenomen door een schoenzool of een autoband. Er zijn ook zaadjes die aan je kleren blijven haken of kleven.

Als zo’n zaadje tussen de stenen terecht komt, probeert hij zo snel mogelijk te ontkiemen, op te groeien, te bloeien en zaadjes te verspreiden. Bij sommige stoepplantjes gebeurt dat in een paar weken - heel snel dus!
 

Wil je meer weten over stoepplantjes?

Via de website van de Hortus botanicus van Leiden kun je alles te weten komen over stoepplantjes en een leuke stoepplantjesposter downloaden:
Stoepplantjes | Hortus (hortusleiden.nl)

Of ga met Jan op expeditie in Appingedam op 20 mei, op zoek naar wilde natuur in de stad. Op expeditie door Appingedam (biblionetgroningen.nl)

Tekst en foto: Jan Langelaar