Wanneer je wilgen afzaagt op een hoogte van ongeveer 2 meter, ontstaat een “knotwilg”. Vroeger werden de takken van knotwilgen regelmatig weggezaagd en gebruikt op de boerderij of voor de waterbouw. Op deze manier ontstaat er een “knot” boven in de boom. De binnenkant van de stam rot langzaam weg door schimmels en bacteriën. In de knot ontstaat daardoor een soort natuurlijke bloempot. In de voedzame grond ontkiemen allerlei planten. Sommige soorten worden aangevoerd door de wind. Andere zaden ontkiemen vanuit uitwerpselen van vogels.

In de loop der jaren ontstaat er in de knot een soort mini-natuurgebiedje. Diverse planten en dieren voelen zich goed thuis in de kroon van knotwilgen. Regelmatig snoeien is erg belangrijk. Vaak wordt dit gedaan door een groep vrijwilligers. De knot wordt door het knotten steeds groter en de boom waait minder snel om. Op de foto staan jonge knotwilgen in de buurt van het treinstation in Winsum.  

Tekst & foto’s: Jan Langelaar